Kit verving een halve eeuw geleden stopverf in raamkozijnen, maar wacht nu zelf mogelijk ook vervanging. Een Nederlandse innovatie maakt namelijk volledig droog beglazen van houten kozijnen mogelijk. Een speciale tape en rubberprofielen zorgen voor de wind- en waterdichtheid. De innovatie van kozijnproducent Van de Vin Ramen en Kozijnen is daarom niets minder dan een revolutie, stelt directeur Piet van Loenhout. “De combinatie van tape en rubbers die we hebben ontwikkeld kan het krimp- en zwelgedrag van hout volledig ondervangen. Dat betekent dat je veel minder afhankelijk bent van het vakmanschap van de persoon die het kitwerk uitvoert.”
Van de Vin ontwikkelde het innovatieve systeem samen met een Belgische leverancier. Het bestaat uit een 3 millimeter dikke dubbelzijdig klevende cellenband aan de buitenzijde van de sponning en een 2 millimeter dik rubberen profiel aan de binnenkant. Het rubber borgt de afstand tussen de glaslat en het glas en zorgt tevens voor afscherming van de mechanische bevestiging met een nagel. Aanpassingen aan de sponning zijn niet nodig.
Na vijf minuten bij 600 Pascal is de test geslaagd, maar SHR ging door tot het maximum van 1200 Pascal. Toen stonden de ruiten bol, maar het systeem lekte nog steeds niet
Windstoten
Test- en kenniscentrum SHR stelde bij proeven in Wageningen vast dat het nieuwe systeem aan de hoogste eisen voldoet op het gebied van afdichting. Dat gebeurde door nabootsing van harde wind en zware regenval. Na een reeks windstoten oplopend tot 600 Pascal kregen de kozijnen een kwartier lang slagregens te verduren. “Daarna lieten ze er een combinatie op los: eerst 300 Pascal, daarna steeds 150 Pascal meer”, vertelt bedrijfsleider Frank Jansen. “Na vijf minuten bij 600 Pascal is de test geslaagd, maar SHR ging door tot het maximum van 1200 Pascal. Toen stonden de ruiten bol, maar ons systeem lekte nog steeds niet.”
Korte training
In de fabriek in Heeze worden momenteel de eerste kozijnen geproduceerd met het nieuwe systeem. Het is even wennen voor de medewerkers en vergt een korte training, omdat tape en rubber secuur moeten worden aangebracht. “Maar onze mensen missen de kit niet”, zegt Van Loenhout. “Het is schoon, minder bewerkelijk en er is minder vakmanschap voor nodig dan voor heel goed kitten.”
Een kitrand moet niet alleen voor goede afdichting zorgen, maar moet er ook netjes uitzien. Daarbij komt het aan op het goed afmessen. En dat is een vak apart. Aanbrengen van tape en profielen is wat dat betreft veel eenvoudiger. Het past ook bij het gebruik van biobased materialen waar het bedrijf op inzet. Afgestoken kit moet in principe als chemisch afval worden afgevoerd.
Plaatsing van de eerste kozijnen met het nieuwe systeem gebeurde in Best. In de aanloop daarvan werd de productielijn in de fabriek iets aangepast. De uitvoering bleek tamelijk probleemloos te verlopen. Dat kwam mede door de afstandhouders en mallen die Van de Vin ontwikkelde als hulpmiddelen bij het aanbrengen van de tape. Vervaardigen van volledig geprefabriceerde raamsystemen is daarmee vrij eenvoudig uit te voeren, aldus de kozijnenspecialist.
Die wil al zijn ramen in de toekomst met het nieuwe bevestigingssysteem gaan afwerken. De verwachting is dat het op termijn dezelfde kostprijs zal hebben als traditioneel kitten. “Kitnaden moet je natuurlijk ook iedere 6 á 7 jaar nalopen en herstellen. Dat heb je met dit systeem niet”, zegt Van Loenhout. “Het is in principe onderhoudsvrij, dus is het voor een gebouweigenaar goedkoper.” Het bedrijf mikt daarom vooral op partijen die zich richten op “total cost of ownership”, zoals woningcorporaties. “Maar feitelijk is het voor iedere gebouweigenaar interessant, omdat het er veel strakker en mooier uitziet dan kit”, vindt Van Loenhout.
Schroothoop?
Kan de kitspuit naar de schroothoop van de geschiedenis? Dat waarschijnlijk niet, want voor verschillende afdichtingen van naden heeft ook Van de Vin nog wel eens wat acrylaatkit nodig. “Maar het hóeft dus bijna nooit meer, want voor het overgrote deel hebben we nu een adequate vervanger.”
Biobased materialen
Van de Vin is een specialist in het vervaardigen van onderhoudsarme houten kozijnen met een CE-keurmerk. Het bedrijf zet de laatste jaren nadrukkelijk in op het gebruik van biobased materialen. Produceren van zoveel mogelijk kitvrije kozijnen past in dat streven.
De kozijnenfabriek is ontstaan uit de timmerfabriek die ambachtsman Frans van de Vin in 1960 oprichtte. Nadat het bedrijf in de jaren tachtig volledig overstapte op de productie van kozijnen maakte het een sterke groei door. In de nieuwe fabriek die Van de Vin in 2001 in Heeze bouwde kan het bedrijf jaarlijks twintig- tot vijfentwintigduizend kozijnen produceren. Die worden steeds vaker vervaardigd uit gemodificeerde Europese houtsoorten. Het bedrijf heeft inmiddels omstreeks honderd medewerkers.